Opsporen op Koers: Triage in de basis
In de eenheden van de Nederlandse politie is al jarenlang onvoldoende grip op de instroom, doorstroom en doorlooptijden en op de kwaliteit van de uitstroom van zaken binnen het opsporingsproces. Onderzoeken en werkzaamheden stapelen zich daardoor op. Prioritering aanbrengen en sturing op zaken gebeurt op basis van lokaal inzicht. Ook worden de landelijke werkafspraken over het aanleveren van dossiers aan het Openbaar Ministerie (OM) niet consequent nagekomen. De politie heeft dit probleem onderkend en ook het OM wil dit verbeteren. De Tweede Kamer heeft beide organisaties de opdracht gegeven de opsporingsketen beter te stroomlijnen. Voor grip op het opsporingsproces is het goed gebruiken van BOSZ cruciaal. Dit gebeurt in de huidige situatie onvoldoende en gaat ten koste van ‘zicht op zaken’ en belangrijker, van de kwaliteit van het politiewerk. Met als resultaat een minder effectieve strafrechtketen en ontevredenheid onder slachtoffers en burgers over de afdoening (resultaat) en over het proces (klantreis). Het niet goed gebruiken van BOSZ kan er vanaf 2025 ook voor zorgen dat NAW-gegevens van slachtoffers bij de verdachte bekend worden. Dit gebeurt wanneer processtukken niet via BOSZ worden verstuurd maar op een andere wijze aan het OM worden overgedragen. Het doel is tevredenheid onder aangevers en slachtoffers. In de kaderbrief Politie 2025 staat dat de eenheden de opdracht krijgen om “te gaan werken met Agile/Scrum en hoe de vertrouwensindex daarbij (opgeleverd door de portefeuilledienstverlening) wordt gebruikt om de eigen resultaten te monitoren en bij te stellen”. Genoemde vertrouwensindex wordt geoperationaliseerd in de ontwikkeling en implementatie van de Politiemonitor 2.0, in samenwerking met de landelijke Agile Lead van de politie. Dit is het tweede deel van de opdracht van de projectleider.
Politiemonitor 2.0
De Politie Monitor Dienstverlening is na een pilot in 2019 tweemaal uitgevoerd: in 2020 en in 2023. Het onderzoek was gericht op aangevers (mensen die aangifte hebben gedaan van een strafbaar feit). De aangevers werden tegelijk bevraagd tijdens een grootschalig statistisch onderzoek. Er is binnen de politie inmiddels behoefte aan doorlopend inzicht in de kwaliteit van de dienstverlening die de politie levert aan burgers. Het doel van het project Politiemonitor 2.0 is het ontwikkelen, implementeren en borgen van een standaard instrument/vertrouwensindex en geborgde werkwijze voor het uitvoeren van klanttevredenheidsonderzoek onder de ‘klanten’ van de politie zoals slachtoffers, aangevers en melders. Door dat metingen in een doorlopende cyclus worden uitgevoerd op lokaal, regionaal én nationaal geografisch niveau wordt het risico op verwatering van de resultaten door statistieken zo goed mogelijk tegengegaan en ligt de nadruk op het gericht verbeteren van de dienstverlening.
Doel project Politiemonitor 2.0
Het project richt zich op de ontwikkeling, implementatie en borging van een politiemonitor die (continu) de dienstverlening van de politie aan burger en maatschappij meet.
Het plan van aanpak voor het project Politiemonitor 2.0 is gereed en heeft de volgende resultaatopdracht: Het ontwikkelen en implementeren van minimaal één methode en techniek voor het in kaart brengen van de tevredenheid van de ‘klanten’ van de politie. Dit valt onder regie van de programmamanager Digitaal Politie Contact. De tevredenheid moet gemeten kunnen worden, onafhankelijk van de wijze van contact met de politie: digitaal, fysiek of anders. De opgehaalde tevredenheid wordt in de vorm van statistische informatie eenvoudig zichtbaar en bruikbaar voor in ieder geval de BT's en RSC's van de politie. Je levert samen met de BT's en RSC's een plan van aanpak op om de dienstverlening van de politie te verbeterd. Wanneer 80% van de BT's en RSC's hun plan van aanpak gereed hebben, zal decharge van de opdracht verleend worden.
Doel project Triage in de basis
Resultaatopdracht: Het plan van aanpak voor het project is gereed. De expert realiseert als projectleider samen met het team het plan van aanpak en voert het uit. De expert realiseert daarbij samen met een integrale werkgroep en met de programmamanager Triage in de Basis het volgende resultaat: Alle eenheden hebben inzicht in de eigen opsporingsprestaties en in de keten. De eenheden hebben hierdoor grip op de instroom, doorstroom en uitstroom van zaken. Zij maken hiervoor gebruik van volgens de landelijke werkafspraken t.a.v. BOSZ en passen het screenings en selectiviteitskader op voorgeschreven wijze toe. Dit leidt tot een structureel gezonde werkvoorraad, de juiste keuzes bij het oppakken en afwijzen van zaken en een goede terugkoppeling hierover aan slachtoffers en aangevers. Wanneer 80% van de eenheden grip hebben op zaken, zal decharge van de opdracht gegeven worden.
Eisen:
Wensen:
Competenties:
BLAU Bemiddeling richt zich op de bemiddeling van professionals in het publieke domein. Wij geloven in de formule dat het zoeken naar een passende opdracht en de samenwerking tussen de professional en BLAU Bemiddeling gebaseerd moet zijn op in de basis eenvoudige en duidelijke afspraken.
Bij een match op papier stellen we gezamenlijk de documentatie op:
Reageer direct!
De opdracht sluit 04-12-2024.